Thursday, February 10, 2011

Vikingen en kristallen

NL Vikingen gebruikten zonnestenen als kompas.


Calciet (Ijslandspaat)
Waarschijnlijk met behulp van stenen, waarmee de stand van de zon kon worden bepaald, waren de Vikingen in staat om op zee te navigeren. Doorschijnende kristallen en mineralen zoals calciet (zie afbeelding) zouden daarvoor kunnen zijn gebruikt als zogenaamde zonnestenen. Het moet daarmee mogelijk zijn geweest om zelfs bij mist of bewolking de stand van de zon in de gaten te houden en daarmee de noordelijke richting te bepalen tijdens hun zeereizen. Volgens Hongaarse onderzoekers zou op een speciale manier zonlicht gefilterd (gepolariseerd) kunnen worden door sommige doorschijnende stenen. Het is in theorie mogelijk om de stenen zodanig te richten en te draaien dat kan worden bepaald waar het zonlicht vandaan komt, zelfs bij mist of bewolking.


De legende van Sigurd (Siegfried)
Met de kristallen kan de exacte locatie van de zon worden vastgesteld, ook als er sneeuw en ijs of veel bewolking is. De wijze van lichtpolarisatie is onafhankelijk van de mate van bewolking in de lucht. Behalve de bepaling van de stand van de zon zouden de Vikingen zeer waarschijnlijk ook in staat moeten zijn geweest om met behulp van een zonnewijzer de tijd vast te stellen. In de Sigurd legende en andere sögur (sagen) wordt aan zonnestenen gerefereerd. Volgens de legende zou Sigurd de onzichtbare positie van de zon hebben bepaald met een zonnesteen. Het fabeltje zou dus wel eens dicht bij de werkelijkheid kunnen liggen. Insecten zoals bijen gebruiken het verschijnsel polarisatie om te kunnen navigeren bij bewolking. Onderstaande afbeeldingen zijn bedoeld om wat licht op het verschijnsel polarisatie te laten schijnen of zouden op zijn minst enigzins verhelderend moeten zijn.

Het principe van polarisatie
 












In ons wetenschappelijke laboratorium van Kristal en Structuurchemie (Universiteit Utrecht) kunnen structuren op moleculair niveau worden opgehelderd van chemische verbindingen en eiwitmoleculen, enkel en alleen als de moleculen driedimensionaal zijn geordend in kristallen ervan. Het is daarbij wenselijk om de kwaliteit van de kristallen te beoordelen, door gebruik te maken van gepolariseerd licht. Geordende kristallen hebben namelijk de eigenschap om de polarisatierichting van licht te kunnen veranderen, of anders geformuleerd te kunnen verdraaien. Dit verschijnsel is waarneembaar door de kristallen te bekijken onder een polarisatiemicroscoop. Als kristallograaf zou ik tenslotte willen stellen: "waar kristallen toch niet allemaal goed voor schijnen te zijn!"

Crystals in polarized light




Tenslotte: Ondanks dat het gebruik van zonnestenen door de Vikingen aannemelijk gemaakt kan worden is er tot nu toe alleen theoretisch bewijs voor geleverd. Een vervolgonderzoek moet uitwijzen of de Vikingen in IJsland en Scandinavie ook daadwerkelijk de beschikking hadden over geschikte kristallen en mineralen om de stand van de zon af te kunnen lezen.
Links en rechts handige aminozuren
De oorsprong van de homochiraliteit van het leven: Nijmeegse onderzoekers publiceerden onlangs een artikel "Hoe licht een handje hielp bij het ontstaan van leven". Het onderzoek van Elias Vlieg en collega's biedt mogelijk een antwoord op de vraag hoe het mogelijk is dat het leven op aarde zo’n sterke voorkeur heeft voor één van de spiegelbeeldvarianten van moleculen. Eraan ten grondslag ligt het gegeven dat aminozuren en andere moleculen ‘richtingsgevoel’ hebben. Het is heel goed mogelijk dat de sterren er wellicht voor hebben gezorgd dat er in de aardse ‘oersoep’ een sterke voorkeur ontstond voor de ‘handigheid’ van de allereerste moleculaire bouwstenen van het leven. De onderzoekers maakten namelijk aannemelijk dat gepolariseerd licht van jonge sterren een sturende rol heeft gehad bij de vorming van de allereerste bouwstenen van het aardse leven. 'Aardse' eiwitten zijn opgebouwd uit L-aminozuren. Het spiegelbeeld ervan wordt gevormd door de D-aminozuren die echter geen deel uitmaken van de bouwstenen van het leven. De sterren hebben dus bepaald dat het leven is ontstaan uit L-aminozuren. Een kwestie van kop of munt dus. Een andere ontdekking van de Nijmeegse onderzoekers was dat via kristallisatie onderscheid gemaakt kan worden tussen verschillende spiegelbeeldvarianten van aminozuur-achtige moleculen.

Bronnen:

No comments:

Post a Comment